Geschiedenis van Archaeopteryx
Het ontstaan uit de herinneringen van een oud bestuurslid...
Tijdens de studie diergeneeskunde in de jaren ’80 waren wij de eerste lichting studenten, die volledig onderwijs volgden op de Uithof. Daarvoor zat de diergeneeskunde faculteit met al haar studentenverenigingen nog aan de Biltstraat in centrum Utrecht.
​
Er werden al wel flink heipalen in de grasvelden rondom het hoofdgebouw geslagen voor de bouw van o.a. het ziekenhuis UMC en de verschillende faculteiten aan de Yalelaan.
​
Zonder computers, zonder mobiele telefoons en veelal op een oude fiets naar de Uithof waren de colleges van de hoogleraren verplicht te volgen. Met een handtekeningenlijst werd bijgehouden wie wel en wie niet aanwezig waren.
​
De vakgroep kleine huisdieren behandelde de levende en zieke vogels en bijzondere dieren onder leiding van dr Sjeng Lumeij. In het 5e studiejaar werd de mogelijkheid geboden vrijwillig het keuzecoschap tropische diergeneeskunde te volgen. Hier werden ook wel bijzondere dieren behandeld, maar dit keuzecoschap was meer gericht op de zoönoses in de tropen en behandeling van locale landbouwhuisdieren (ook wel bijzondere dieren als wildbeheer en rundvee). De vakgroep Pathologie in het hoofdgebouw behandelde de dode vogels en bijzondere dieren onder leiding van prof P. Zwart.
​
De verplichte colleges en de middag practica zorgden voor een volledige werkweek. Maar dankzij de vrijwillige collegeserie aan het einde van de dag onderwezen door de groep docenten vakgroep pathologie vogels en bijzondere dieren, konden we nog een extra cyclus colleges volgen. Vooral Marein van der Hage en Gerrie Dorrestein waren onze hoofddocenten. Zij gaven colleges over vogels over schildpadden en andere reptielen, over konijnen over cavia’s, ofwel over zeer bijzondere dieren, die we later als dierenarts tegenkomen. De colleges begonnen altijd op dinsdagmiddag om 17.00. Alleen de doorzetters met interesse voor vooral vogels kwamen in de grote collegezaal de mooie dia’s en de sheets op de overheadprojector bekijken. Soms gaf de leermeester prof. P Zwart zelf ook college. Met prachtige dia’s en soms een mooie video (er bestonden nog geen powerpoint, geen emails, geen CD en geen digitale foto’s) passeerden op het grote scherm in het hoofdgebouw de enge ziektebeelden van wel zeer bijzondere dieren, die toen ook al in Nederland gehouden werden. Secties van gestorven dieren uit de dierentuin, secties van konijnen van bedrijfsmatige konijnenhouderijen, secties van verschillende proefdieren, en secties van hobbymatig gehouden vogels werden met diabeelden en goed onderwijs getoond.
​
Maar voor ons, de aanwezige studenten, wij wilden meer dan alleen dia’s en woord. In het hoofdgebouw waren wel verschillende studentenverenigingen, zoals de Diergeneeskundige Studenten Kring, Duim In ’t Gat, de Gouden Trachea, Solleysel , Dierenartsen In Ontwikkelingssamenwerking en het faculteitsblad met de verhalen van Paultje Piggelmee. Wij misten een echte vereniging met als doel de diergeneeskunde in de vogels en bijzondere dieren te bevorderen. In samenspraak met de DSK is toendertijd gekozen voor het opzetten van een nieuwe vereniging voor diergeneeskunde studenten met interesse in vogels en bijzondere dieren geneeskunde. Op deze manier werd het voor ons mogelijk enige subsidies te ontvangen vanuit de faculteit en vanuit de DSK om een eigen blad te laten drukken en om verschillende excursies te kunnen organiseren.
​
Vooral door de samenwerking met Marein van der Hage en Gerrie Dorrenstein is de nieuwe vereniging direct goed opgezet en professioneel aangepakt.
Na oprichting van ons eerste bestuur moesten we een goede naam bedenken voor de nieuwe vereniging. En welke naam kan beter dan de naam van de eerste vogel ooit op aarde: Archaeopteryx. Al snel hadden we een eigen blad met goede verhalen over ervaringen met bijzondere dieren. We konden gebruik maken van de stencil drukafdeling in het hoofdgebouw voor het drukken van ons eigen blad. De pennen schreven de teksten, de typemachines tikten de woorden en door goed plak en knipwerk ontstond het eerste blad Archaeopteryx. De teksten en de foto’s werden alleen getypt ofwel geschreven aangeleverd. De eerste uitgaven waren zwart wit gedrukte boekjes met een gekleurde kaft. De inhoud bestond uit eigen ervaringen met bijzondere vogels en met technisch inhoudelijke kennis vanuit de vakgroep pathologie door Marein van der Hage en Gerrie Dorrestein.
​
Bestuursvergaderingen, bij elkaar komen, brieven posten, uitnodigingen versturen, sponsoren zoeken, allemaal werkzaamheden om meer kennis te verspreiden en ervaringen op te doen. Zonder email, zonder facebook, zonder computer, zonder mobiele telefoons, zonder digitale camera’s begon de Archaeopteryx. Deze vogel is uitgestorven, maar de moderne Archaeopteryx is springlevend, kleurrijk met veel leden en op naar een nieuw lustrum.
De eerste symposia werden georganiseerd in klein verband voor vaak alleen de geïnteresseerde diergeneeskunde studenten. Weer later zijn we excursies gaan organiseren naar dierentuinen om samen met de dierentuindierenarts achter de schermen te kunnen kijken. Ook dierenartsen en vele anderen raakten gepassioneerd over het werk van alle leden van de nieuwe vereniging Archaeopteryx.
​
Na het ontvangen van de bul kon een dierenarts niet meer in het bestuur van Archaeopteryx blijven, maar dankzij goede opvolgers bestaat het blad en de vereniging nog steeds in volle glorie. Ook zorgden de opvolgers, dat niet alleen studenten lid kunnen worden, maar zeker ook dierenartsen in den lande.
​
Dankzij de computer en de digitale fotografie is het blad nu een volwaardig kleurrijk geheel geworden. Daarom van harte gefeliciteerd met het lustrum en op naar het volgende lustrum.
​
En wat heb ik verder met al deze kennis en extra colleges gedaan. Dankzij Marein en Gerrie heb ik als dierenarts de geneeskunde van de bijzondere dieren de konijnen, zowel bedrijfsmatig als de gezelschapskonijnen verder kunnen uitbouwen. Ook door de colleges en door de kennis vanuit Archaeopteryx konden wij in onze praktijk een heleboel eerstelijnsbehandelingen van vogels en andere bijzondere dieren doen.
​
Op dit moment ben ik nog bestuurslid van de groep geneeskunde van het konijn van de KNMvD en bestuurslid van de World Rabbit Science Association afdeling Nederland. Met de WRSA organiseren we studiedagen voor dit bijzondere dier. Elke 4 jaar wordt een internationaal congres WRSA ergens in de wereld gehouden alleen over konijnen. Als bestuurslid van de KleindierLiefhebbers Nederland kan ik de kennis van de hoenderachtigen, de watervogels en de kleine knagers en konijnen overdragen aan de 7000 leden in Nederland. Ook elke 4 jaren wordt een Europese show georganiseerd, waarbij ongeveer 40.000 dieren komen. In 2018 was de Europashow in Denemarken.
​
De collegeserie van Prof. P. Zwart, M. van der Hage en G. Dorrestein zijn later door de vakgroep pathologie omgezet in mooie naslagboeken Krankheite der Heimtiere en Krankheite der Wildtiere. Dankzij deze boeken was het niet meer nodig aantekeningen te maken tijdens de colleges.
​
Archaeopteryx, gefeliciteerd met het lustrum met het symposium, met het mooie blad, ga zo door en geef het stokje door aan de volgende generatie bijzondere studenten.
​
- Harry Arts